Op het programma stond : Masca en het Teno massief. Door het minder fraaie weer ( veel bewolking = geen vergezichten) besluit ik via de Teide naar Puerto de la Cruz te rijden. Voor een stadsbezoek mag het weer iets minder zijn. Het wordt mijn eerste kennisname met de bergwegen van Tenerife. Via La Camella, Arona, Escalona gaat het naar Vilaflor. Daar komen we op een mooie, brede weg die kronkelend langzaam stijgt naar de vlakte van Las Cañadas. We rijden door lichte wolkenslierten. Maar plots boven de 2000 meter zien we tussen de dennenbomen streepjes zon verschijnen. En éénmaal uit het bos aanschouwen we het wonder. Onder ons een wit glanzend deken - de wolken waar we doorgereden zijn.
Wie naar de Teide rijdt kan vaak rond 1500-2000 meter geconfronteerd worden met een nevel. Laat je niet afschrikken, dit zijn maar wolken. Eenmaal erboven wacht een mooi uitzicht.
Voor ons de eerste pieken van de bergrug die de vlakte van Las Cañadas langs drie zijden omringt. We kunnen niet weerstaan en stoppen langs de weg bij de eerste gelegenheid die zich voordoet. De fototoestellen klikken, de camera zoemt. Wij ademen de zuiverste lucht in die we ooit hebben ingeademd. De uitzichten zijn adembenemend. We rijden verder, hier zijn de rotsen anders van kleur, anders van vorm. We stoppen opnieuw, filmen, kijken, rijden verder, stoppen, filmen, kijken en zo voort. Iedere bocht is anders, we genieten. En plots na de zoveelste bocht staat hij daar in al zijn grootheid, de Pico del Teide.
Het jaar rond biedt de Pico del Teide een machtig zicht. Met zijn 3718 meter de hoogste berg van Spanje. En in de wintermaanden kan er pak sneeuw liggen.
Lang kunnen we er niet van genieten. We moeten verder of we geraken nooit in Puerto de la Cruz. We laten de Cañadas achter ons en beginnen de lange afdaling naar La Orotava. We komen opnieuw in de wolken. Het wordt koud en plots zijn de wolken zo dik dat ik verplicht ben te stoppen om samen met mijn reisgenoten te zoeken waar de lichten en de mistlichten zitten in deze huurwagen. Met volle lichten en uiterst voorzichtig rijden wij verder. Even voor La Orotava zijn we de wolken kwijt en kunnen we weer normaal rijden. Het is druk in La Orotava en voor we het weten zijn we er voorbij. Een bezoek zal voor een andere keer zijn. We rijden door naar Puerto de la Cruz. We volgen een bord 'P' en komen zonder probleem in een ondergrondse parking. Er boven is een winkelgalarij. We laten de auto achter en beginnen aan een stadswandeling. We wandelen het eerst naar Plaza del Charco om te eten, want het middaguur ligt al een hele tijd achter ons. In één van de reisgidsen heb ik het adres gevonden waar men goeie tapas kan eten. 'El Boqueron' Calle Blanco nr 1. Daar gekomen blijkt het restaurant 'ARCON' te heten en zijn boquerons (verse ansjovis) de specialiteit van het huis. Vandaag zijn er geen. Het weer is verbeterd en we installeren ons aan een tafeltje midden het verkeersvrij straatje. De tapas smaken he-e-erlijk. De bediening is voortreffelijk.
De ruw kust van Puerto de la Cruz. Maar er is meer te zien in de binnenstad van Puerto de la Cruz.
Nadien zetten wij ons bezoek aan de stad verder. Dit neemt veel meer tijd in beslag dat ik gerekend had en jammer, maar de botanische tuin zal moeten wachten tot een volgend bezoek aan Tenerife. Terug in de winkelgalerij vergezeld ons een vriendelijke agente naar de ingang van de parking. Na aan een automaat afgerekend te hebben vatten we de terugweg aan. Op de weg naar Icod de los Vinos kom ik tegenliggers tegen met de lichten aan. Ik denk aan een tropisch onweer, maar nee. Oorzaak blijken een paar donkere tunnels te zijn, die niet op mijn kaart stonden. Eer ik de opnieuw de lichten gevonden heb zijn we er gelukkig door. Voorbij Icod de los Vinos draait de weg de hoogte in. Het is druk. De bochten talrijk en onoverzichtelijk. In feite is de weg over 30 km één bocht, er is tot Chio denk ik geen recht stuk van meer dan 10 meter. Voor een neofiet in het vak geen gemakkelijke opdracht. Maar het lukt mij om zonder kleerscheuren (lees : blutsen en builen) Guía de Isora te bereiken. Van daar naar Playa Fañabe is het een zacht eitje. Moe maar tevreden komen we aan het hotel, waar het avondritueel kan beginnen.